Aan de slag! - Reisverslag uit Kitui, Kenia van Bram Hengeveld - WaarBenJij.nu Aan de slag! - Reisverslag uit Kitui, Kenia van Bram Hengeveld - WaarBenJij.nu

Aan de slag!

Door: Bram Hengeveld

Blijf op de hoogte en volg Bram

29 Maart 2014 | Kenia, Kitui

Samenvatting
Na de laatste weblog over het watertekort zijn we nog steeds in leven gebleven. Het water begon langzaamaan weer te stromen in het weekend zodat we alle flessen vulden die we tot onze beschikking hadden. Ook is er regen gevallen zodat we regenwater hebben kunnen opvangen.
Na 3 weken van acclimatiseren en voorbereiden op de opdracht zijn we naar het veld gegaan. Dit betekent tijdelijk in een ander dorpje verblijven, zodat we in de buurt van de dammen zitten. Het piepkleine dorpje heet Kanyongonyo en bestaat uit ongeveer 15 huisjes en een doorgaande weg. De dammen liggen verder op plekken waar het minder makkelijk bereikbaar is.
De 6 dammen die we afgelopen 2 weken hebben bezocht, zijn in redelijk goede staat. Je merkt wel dat het gebied heel erg lijdt onder erosie, dus ook de dammen. Als de grond rondom een dam te veel erodeerd, dan kan het zijn dat de dam omvalt of breekt. De dammen hebben bijna allemaal positief effect geleverd, namelijk het verkorten van de loopafstand om water te halen, van soms 15 km naar maximaal 1,5 km. Dit betekent dat ze de tijd die de mensen nodig hadden om water te halen, ergens anders aan kunnen besteden, zoals extra vee houden, meer gewassen zaaien. Dit leid naar extra opbrengsten voor de mensen, zodat ze zich meer kunnen ontwikkelen.
Naast de dammen bezoeken hebben we ook ontzettend kunnen genieten van de rustieke omgeving met zijn mooie natuur, zoals de vogels, de uitzichten, de krokodillen en het onweer. Daarnaast is Kanyongonyo, hoewel het aardig arm en primitief is, een heel gezellig dorpje en verschilt enorm van Kitui. Ik weet nog steeds niet wat ik het fijnste vind: Kitui met enige luxe waar je je kan wassen en meer dingen kan kopen, of het gezellige Kanyongonyo, waar je voor een week 1 jerrycan waswater hebt en het drinkwater moet bestellen, zodat ze het speciaal voor je ophalen, en waar verder geen luxe is.
Wat ik verder nog mee heb gemaakt in deze tijd is: in de regen douchen, een wilde rit in een bomvolle matatu, met z’n vieren op een boda boda (een kleine motor), gastvrije bevolking en een begroeting met een matatu chauffeur ☺


Na deze korte samenvatting, zal ik dan nu weer de uitgebreide versie van mijn belevenissen omschrijven. (Alvast sorry voor het lange verslag)

En er was water!
Nadat we dus water hadden gehaald bij SASOL was het de volgende dag gaan regenen. Om de watervoorraad weer aan te vullen, heb ik een ton onder een dakgootje gezet. Het is wel grappig: we wonen in een twee-onder-een-kap huis en langs de hele dakrand zit er een dakgootje van een meter precies boven ons terras. Goed, het is in ieder geval iets. De regens kunnen hier best hard gaan, dus de regenton was na een nachtje alweer halfvol.
De dag daarna begon de kraan weer heel zachtjes te stromen, dus hebben we 5 liter flessen kunnen vullen. Er staan hier een heel hoop, want in deze flessen (die de Nederlandse studenten hadden opgespaard) zat eerst drinkwater en kan nu gebruikt worden voor het kraanwater. Af en toe viel het water nog uit en af en toe liep het weer zachtjes. Het liep zo zachtjes, dat we ’s nachts de kraan aanlieten met een fles eronder. Dat zorgde ervoor dat ik zondag vroeg in de ochtend/nacht wakker werd, want ik hoorde het water door de goot stromen. Het water stroomde nu voor het eerst hard! Wauw! Maar ik had eigenlijk geen zin om al die flessen zo vroeg in de ochtend te moeten vullen. Dus ik heb de kraan uitgezet en ben weer in bed gegaan. Toen ik er net in lag, hoorde ik weer een kraan stromen en ik dacht: “Nee he, loopt er nu een andere kraan het water te verspillen?” Dus ik uit bed en kijken, maar ik kon geen kraan vinden die stroomde. Toen bedacht ik me, dat Kim eens had gezegd dat boven op het plafond nog een watervoorraad aanwezig was. Deze wordt gebruikt voor de douche, de WC en nog een kraantje, en door de hoge druk op de kraan, kon die voorraad ook weer aangevuld worden.
Al met al na de hele belevenis met het, wel water en geen water stromen, heb ik gemerkt dat doordeweeks geen water stroomt en in het weekend wel. We hebben inmiddels genoeg flessen en tonnen om de hele week goed door te komen. Meer dan genoeg zelfs!

Voorbereidingen voor de opdracht
Maandag 10 maart hebben we een afspraak gemaakt met Alex op SASOL om het één en ander door te nemen voor de evaluatie van de dammen. We hadden namelijk een vragenlijst gemaakt voor de mensen die rondom de dammen wonen. Ook hadden we doorgenomen welke dingen we allemaal wilden opnemen van de dammen, waaronder onder andere de GPS coördinaten, afmetingen, verbeteringen en mogelijke schade. Daarna kregen we van Alex de contactgegevens van de personen die in de buurt van de dammen wonen en een lijst met de dammen en hun coördinaten. De dammen die we gaan bezoeken liggen in de buurt van Kanyongonyo (spreek uit als Kanjonkonjo). Geen idee waar dat ligt. Ik heb even op Google Maps gekeken en het blijkt dat het een plaatsje is met ongeveer 15 huizen aan een doorgaande weg. Verder had ik niet genoeg internet om te zoeken waar dan de dammen liggen. Dus ik dacht: “ik heb nog een hele week voordat we daar naartoe gaan, dus laat ik maar de nerd uithangen en met een één of andere formule in Excel berekenen hoe ver de dammen dan ongeveer van Kanyongonyo liggen”. Na twee dagen is het gelukt! De afstand verschilt van 500 meter tot 4,5 km.

Avonturen in Kitui
De rest van de week hadden we nog niet veel te doen. We hoorden dat bij SASOL twee fietsen stonden en Romar en ik als Hollanders dachten: “die gaan we een even fixen”. We hebben de fietsen opgehaald, hebben ze een beetje opgepoetst en gekeken wat eraan gerepareerd moest worden. Vervolgens hebben we alle nodige spullen opgehaald, zijn wat gaan repareren, maar het liep toch allemaal wat moeizamer dan we verwachtte. Het eindresultaat is dat ze nu nog niet gerepareerd zijn en nog stil binnen staan.
Vrijdagochtend was het nog flink gaan regenen, dus we hebben mooi weer wat water kunnen verzamelen. Romar had het plan gevat om te gaan douchen… en wel in de regen. ☺ Het beviel hem aardig goed, het was niet eens te koud. De buren zaten ons aan te kijken of hij gek was geworden, maar ze vonden het ook wel weer lachen.
Later kwam Victor en we zeiden tegen hem dat we wel eens naar het seizoensriviertje verderop aan de rand van Kitui wilden gaan, zodat we eens konden zien hoe dat nou is als er water door zo’n rivier loopt. Toen we daar aankwamen zag het riviertje er met een stroompje uit, alsof het altijd stroomde. De eerste week hadden we toch echt gezien dat het helemaal leeg stond. Wel apart om dat te beseffen, want als je in Frankrijk bijvoorbeeld zo’n riviertje tegenkomt, dan ben je gewend dat het wel gewoon altijd stroomt.
Deze week heb ik ook meegemaakt hoe gek het stroom hier kan uitvallen. Het lijkt erop dat het elektriciteitsnet hier niet tegen water kan, want als het regent dan valt het stroom regelmatig uit. Maar zo snel als het uitvalt, zo snel kan het ook weer aan gaan. Zelfs zo snel, dat op een gegeven moment de lampen 3 keer kort achter elkaar flitsen (in morse is dat de letter S, maar ik weet niet wat de energiemaatschappij ermee bedoelde ☺). In de verte was het ook aan het onweren (net zoals binnen de lampen). Toen het licht weer even aan was, zagen we een flits, de lampen gingen direct uit en we hoorden een keiharde krakende donder… WAUW, de bliksem sloeg in de buurt in! Verder is het weer rustig gebleven. De onweer is blijkbaar net zo onvoorspelbaar als het stroom.

Reis naar Kanyongonyo
Maandag 17 maart was het dan zo ver: we vertrokken naar Kanyongonyo. Bij het busstation wisten we niet precies welke matatu we moesten hebben. Dus we zijn wat verderop bij een halte gaan wachten op een matatu. Daar kwam een net busje (ja, ze zijn niet allemaal zo netjes) voorrijden. Het is ongeveer een busje als in Nederland waar 9 personen in mogen. In Kenia zijn ze al wat soepeler dat er 15 personen (bijna het dubbele) in mogen. Met ons Muzungus erin, zaten er precies 15 personen in en dat was al behoorlijk vol. Toen de matatu ging rijden en verderop bij een andere halte mensen stonden te wachten, dacht ik: “dat gaat nooit passen”. Maar in Kenia is alles mogelijk: de driepersoonsbank achterin, waar wij op zaten, konden 4 personen op. De twee rijen ervoor bestaan uit een tweepersoonbankje rechts en een stoel links met een gangpadje ertussen. Over het gangpadje werd een plankje gelegd, zodat nog iemand kon zitten. En voor die rij staat nog een driepersoonsbank die veranderde in een vierpersoons. De conducteur stond op een één of andere manier over de mensen heen in de matatu (nogmaals het is dus een busje voor 9 personen in Nederland, een volkswagen transporter zal ik maar zeggen, maar dan met wat extra stoelen en banken, dus eigenlijk kan je er niet in staan, maar in Kenia blijkbaar wel). En voorin was een tweepersoonsbank met stoel voor de bestuuder. Enfin, na nog een paar keer stoppen en mensen in- en uitgestapt zijn en het hutje mutje vol zat, heb ik maximaal 23 personen geteld in de matatu, waarvan 20 volwassen mensen en 3 kinderen op schoot (dus er zouden ongetwijfeld meer mensen in gekund hebben).
In Kwa Vonza moesten we overstappen op een andere matatu die over het zandpad ging rijden. Na even wachten kwam er een vrachtwagen met achterop een busgedeelte aanrijden. Dus ik dacht: “Ha, mooi plek zat”. Nee hoor, ook deze matatu zat stampvol. Voor ons waren nog precies 3 plekken achterin, dus wij gingen daar zitten. Het zijn trouwens erg strakke plekken. Gordels heb je dan ook niet nodig (hoewel die er ook niet inzitten), want je zit toch tegen elkaar aangeklemd met je bagage strak voor je op schoot. De matatu vertrok volg gas het hobbelige zandpad op. Het was alsof mijn hele leven door elkaar geschud werd. De hobbels voel je extra hard aankomen, ten eerste omdat je de weg voor je niet ziet en ten tweede omdat je achterin zit. Op de momenten dat je denkt dat de chauffeur het wel wat rustiger zal doen, rijd het alsnog vol gas door. De weg bestond uit zand, uitgesleten geulen van het aflopende water, rotsen en modder.

Na 1,5 uur hobbels, geschud en getwijfel of ik heel aankwam, zonder helemaal gebutst en gebroken te zijn, kwamen we aan in het rustige dorpje Kanyongonyo. We keken rustig om ons heen. Victor was druk met zijn oom aan het sms-en. Toevallig woont hij in Kanyongonyo. We liepen wat rond en bij een school kwamen allemaal kinderen naar buiten om muzungus te zien. We liepen wat winkeltjes in en uit tot we uiteindelijk bij een gebouwtje naar binnen gingen wat de Flamingo bar heette. Daar konden we regelen dat we ergens konden slapen. Ik had geen idee waar dat mogelijk was. Toen de vrouw ons naar de slaapplek brachten, moesten we een gebouwtje in, althans dat dacht ik, maar het was een gangetje met daarachter een binnenplaatsje waar allemaal kleine hokjes waren met een deur en een raam erin. We liepen naar een zo’n deur toe, deden de deur open en daar stond een bed, met een stoel, een jerrycan water en een teiltje.

De natuur in
Toen we daar onze spullen achter gelaten hadden, was het bijna etenstijd, maar we hadden het plan gevat om naar de rivier te gaan. Daar vlakbij woont de neef van Victor. Dus ik dacht: “Oh, daar lopen we dan even naartoe, genieten we wat van de omgeving en de dieren en kan daar dan wat eten”. Victor hield 3 uur steevast vol dat het vlakbij was en we er bijna waren. Uiteindelijk na die 3 uur kwamen we bij een groepje huisjes terecht, wat bestond uit een aantal kleine winkeltjes en kleine woonhuisjes. Geen idee wat zij in de middle of knowwhere moeten, maar het zag er wel gezellig uit. De neef kwam uit een van de winkeltjes naar ons toelopen en samen liepen we rustig naar het huis de oom en tante van Victor. Daar werden we gastvrij ontvangen en kregen eten. Ik dacht: “Het moet niet gekker worden. Wij rijke muzungus krijgen eten van arme boeren die in de middle of knowwhere wonen”. Het was in ieder geval super aardig! We kregen stierenvlees met ugali en een soepje. Ugali is een soort pureedeeg van gemalen maïs (als ik het zo goed verwoord). Daarnaast kregen we ook het alom in Kenia gebruikte chai tea.

Na de energie weer aangevuld te hebben, zijn we naar de rivier gelopen waar we krokodillen en nijlpaarden zouden gaan zien. Het was een beetje spannend, want toen we uit een pad kwamen, kwamen we op een droge rivierbedding met wat bomen en struikjes. Bij elk struikje dacht ik: “Zou hier achter een krokodil of een nijlpaard zitten?” We liepen door wat struikjes heen en zagen verderop de rivier lopen. Na goed rondkijken zagen we in het water een krokodil zwemmen die net even boven water was gekomen. Echt super vet om die krokodil in het wild te zien!
Na deze mooie belevenis gingen we weer terug. Gelukkig hoefden we niet meer zover te lopen want een boda boda (dat is een kleine motor) zou ons komen ophalen bij de gemeenschap (groepje huisjes) die we eerder tegen waren gekomen. Het duurde een hele tijd voordat hij kwam. Ondertussen kwamen allemaal mensen bij ons zitten en begonnen het avondeten klaar te maken. Ze waren namelijk bezig met maïskorrels van maïskolven te halen. Op een gegeven moment vroeg één iemand aan ons: “Wil je dit ook doen?” “Ja, is prima.” Zeiden we een beetje onzeker. Dus we hebben ze geholpen en ze vonden het wel lachen dat wij muzungus dat ook konden.
De boda boda man had ons met z’n drieën dapper via lange zandpaden, kleine rotspaden en stijle klimmetjes (waar we wel even zijn afgestapt) thuis gebracht. Best knap gedaan met zo’n overvolle motor.

Dag 1 dammen bezoeken
Dinsdag 18 maart was het dan zover: we zijn de dammen gaan bezoeken. In het engels heten ze “Sand dams”, omdat ze behalve water, ook heel veel zand tegenhouden. Het gebied is namelijk heel erosie gevoelig, dus als het een keertje regent, dan komt er meestal ook een landing zand mee. De Sand dams houden het water voor een gedeelte tegen en zorgen dat ter plekke het grondwater stijgt, zodat de putten gevuld worden. Het zand in de Sand dams, zorgt er tevens voor dat het “opgeslagen” water minder wordt blootgesteld aan de buitenlucht. Dit voorkomt dat er allemaal ongedierte in het water gaat zitten.

K’Ngulu
De eerste dam (K’Ngulu) was gelegen in een stroompje. Het zag er niet echt uit als een rivier, maar werkte wel goed. De dam had een put tegen de dam aan waar water uitkwam. We hebben alle gegevens van de dam opgenomen en ondertussen kwamen schoolkinderen kijken hoe we bezig waren. Daarna liepen we naar het dichtstbijzijnde huisje, dat ongeveer 100 meter verder lag. Toevallig troffen we ook daar de voorzitter van de dam aan. Hij vertelde dat de dam hun afstand om water te halen had verkort van 5 km (ongeveer 2 uur lopen in totaal), naar 100 meter. Een nadeel was dat de put niet altijd water had. Tijdens het regenseizoen zat de put helemaal vol. Na het regenseizoen hadden ze nog ongeveer 2 maanden water en was het alweer op, dus dat is voor ongeveer 8 tot 10 maanden water beschikbaar. Samen met 10 andere huishoudens maken ze gebruik van deze dam. Het water wordt onder andere gebruikt voor huishoudelijke dingen, zoals wassen en drinken en het vee. Een gedeelte van het zand dat achterblijft bij de dammen, werd gebruikt om te bouwen, zoals stenen bakken voor de huizen. Slim, blijkbaar werd dat meer gedaan.

Kitheuni
De tweede dam (Kitheuni) waar we aankwamen, lagen de putten ongeveer 100 meter stroomopwaarts van de dam. Het waren 2 putten. De ene werkte goed en zag er netjes uit, de andere had geen pomphendel en had een gat aan de zijkant. De dam zag er verder goed uit. Verderop spraken we een vrouw aan die in het land samen met nog twee andere vrouwen (in de gillende hitte voor mijn gevoel) bezig waren met ploegen, door middel van een handploeg met twee koeien ervoor. Phoe, dapper hoor! De vrouw vertelde ons dat elke put een eigen comité heeft. Dat wil zeggen dat er twee groepen zijn die beide van een eigen put gebruik maken. Wanneer het droogseizoen is en de het water in de putten daalt, moeten de mensen in de ene put met hun jerrycans de put in om water van de bodem te scheppen. Dit komt, omdat de slang van de pomp te kort is. Dit verklaart waarom er een gat aan de zijkant van de put zit. De hendel van de pomp is eraf gehaald, zodat voorkomen wordt dat kinderen ermee gaan spelen. De dammen heeft ervoor gezorgd dat de loopafstand is verkort van 15 km (!!!) (volgens mij staat dat gelijk aan 6 tot 7 uur lopen totaal) naar maximaal 1,5 km.

Rond het middaguur waren we klaar met de dammen en hebben we besloten om gauw de rust in de schaduw op te zoeken, want het was veel te warm om nog meer dammen te bezoeken. ’s Avonds merkten Romar en ik ook steeds meer dat we verbrand waren.

Dag 2 dammen bezoeken
De volgende dag moesten we een stuk met de boda boda gaan, omdat de dammen die we wilden gaan bezoeken een stuk verder liggen. Eerst reden we een stuk over de doorgaande weg. Daarna sloegen we een paadje in en reden over allerlei kleine smalle weggetjes en tenslotte ook over rots paadjes. Na iets van 4 keer afstappen zijn we maar ergens gestopt en hebben we de voorzitter gebeld om te vragen of hij ons kon ophalen.

Kwa Mami
Hij begeleidde ons naar de dam Kwa Mami die was vlak voor een afgrond lag en was goed bevestigd aan de rotsen. Als het regende dan zou deze stroom een waterval zijn. Er was geen put in de buurt. De voorzitter vertelde dat deze dam ervoor zorgde dat het grondwater steeg, waardoor het beneden bij de afgrond weer uit de grond omhoog komt. Zodoende was er beneden altijd water aanwezig in een meertje, waar de mensen hun water uit konden halen.

Kanthatu
Daarna liepen we met dezelfde voorzitter naar een andere dam (Kanthathu). Deze voorzitter was namelijk voorzitter van 6 dammen. Deze dam zag er redelijk goed uit, alleen de put die erbij stond was leeg. De voorzitter vertelde dat de put maar één dag water heeft gehad en verder nooit. Best gek, want langs de waterstroom zag het er wel mooi groen uit. Bovendien zagen we achter de dam (stroomafwaarts) dat daar een plasje water lag. Dat zou betekenen dat er toch water in de grond moet zitten. Maar het kan ook zijn dat het water langzaam infiltreert, omdat het vannacht had geregend, dat we daarom nog een plasje zagen liggen.

Uvaini
De volgende dam (Uvaini) was werkelijk waar een pracht dam. Dam lag bij een groot stuk grond met terrassen wat bewerkt werd door de boeren. Het had weliswaar geen put, maar deze dam zorgde ervoor dat de boeren eromheen gewassen konden verbouwen. Het zag er dan ook mooi groen uit en in de stroom waren planten die erop duidden dat er veel water (ten opzichte van dit droge gebied) aanwezig was. Eén van onze vragen uit de vragenlijst is hoe het met marketing aspecten is geregeld, bijvoorbeeld hoe ze hun gewassen verkopen. Dat hebben ze nog niet kunnen uitvoeren, omdat ze sinds dit jaar begonnen zijn met verbouwen, maar ze zeiden dat het wel lastig is met transport, omdat de weg moeilijk begaanbaar is.

Gratis bier
Na deze 3 dammen zijn we weer terug gegaan naar Kanyongonyo. Daar hadden we de eigenaar van de Flamingobar ontmoet. Deze man is eigenaar van het hotelletje waar we in sliepen, de flamingobar en nog een winkeltje en had hiervoor zijn werknemers in dienst. Naar ons idee was dit een rijke man (nou ja, ten opzicht van Kanyongonyo). Romar was een tijdje met hem gaan praten, ik was even bij het hotelletje. Toen ik weer terugkwam, kregen we even later een biertje van die man, omdat hij het leuk vond dat hij met Romar had gesproken. Echt aardig!

Krokodillen spotten
De volgende dag, hadden we het plan om eerst even met de boda boda naar de rivier te gaan om in de vroegte wilde dieren te spotten en daarna aan het einde van de ochtend de matatu terug te nemen. Zo gezegd, zo gedaan. We namen ’s morgens extra veel chapatti’s (die we trouwens elke dag aten bij het cafeetje een vrouwtje) zodat we er goed tegenaan konden. Chapatti’s zijn soort pannenkoeken, maar dan zonder eieren erin.
We zochten de neef van Victor weer op en gingen opnieuw naar de rivier. Alweer was het een beetje spannend toen we de rivierbedding op liepen, omdat de krokodillen ’s ochtends in de koelte uit het water zijn. Het scheelde al dat de zon scheen en het minder koel was. Bovendien kende de neef de natuur hier wel, dus bij hem waren we veilig. Toen we bij het water aankwamen, zagen we twee krokodillen op een zandbank bij de waterval liggen. WAUW, alweer cool om te zien! We probeerden steeds dichterbij te komen. Toen we bij de waterval op een rots stonden, sprongen ze weg. Misschien waren ze wel bang voor ons. Verder konden we jammer genoeg nog geen nijlpaarden zien, maar wel mooie vogels. Terug gekomen bij de gemeenschap waar de neef zijn winkeltje heeft, kregen we zomaar weer chapatti’s. Ik zei: “het spijt mij echt, maar ik zit nog helemaal vol van vanmorgen”. Maar de chai tea hebben we niet afgeslagen, dat kon er nog wel in.
Toen we weer in Kanyongonyo waren, hebben we onze spullen gepakt en gewacht op de matatu. Ondertussen wilden een stel mensen op de foto met ons, waaronder de chapattivrouw en de vrouw die bij flamingobar werkt (niet de baas). Toen we die hadden gemaakt en nog aan het wachten waren op de matatu, kregen we zomaar chapatti’s van de chapattivrouw. WAUW, alweer super aardig! Gelukkig waren de chapatti’s van vanmorgen weer iets gezakt, dus hebben we ze gegeten. Dan konden we er in ieder geval goed tegenaan voor de reis.
Na 1,5 uur wachten kwam uiteindelijk de matatu. Romar en ik hadden ons lesje wel geleerd de heenreis en zijn daarom zo ver mogelijk voorin gaan zitten. Dat was wel beter, hoewel ik telkens, als bangerd, bang was dat de bus zou kantelen. Ik werd er haast zeeziek van.

SASOL updaten
Vrijdags hadden we SASOL op de hoogte gesteld van onze voortgang en vertelden dat we volgende week weer aan de slag gingen. Ze keken ons met grote ogen aan en zeiden: “Je hoeft niet per se elke week te gaan, je mag ook tijd tussendoor nemen om alle gegevens te verwerken”. Daar hadden ze van de ene kant wel gelijk in, maar we hadden in Kanyongonyo gezegd dat we volgende week weer zouden komen, dus we hadden besloten om volgende week weer te gaan en de week daarna rust te nemen, want het was toch best intensief zo’n weekje.

Parkside Villa
In het weekend hebben even wat luxe opgezocht. We zijn namelijk naar een wat luxer hotel (Parkside Villa) gegaan, waar stromend water is, zodat we konden douchen (eindelijk na al die weken) en er is ook wifi. Het was echt even heerlijk om daar te overnachten! Bovendien heb ik ruim anderhalf uur kunnen skypen met thuis. ☺ Bij Parkside Villa kwamen we nog andere muzungus tegen, waaronder de Nederlandse die ik altijd in de kerk op zondag tegenkwam. Hij is Tandarts in een plaatsje verderop Mutomo. Daar zit een missiehospitaal. Hij was dit weekend met nog 3 andere dokters gekomen om even wat luxe op te zoeken.

Weer naar Kanyongonyo
Maandag wilden we weer naar Kanyongonyo gaan, maar omdat Romar een beetje ziek was, was het beter om die wilde Mataturit niet te doen. Later op de dag ging het gelukkig wel beter. Hoewel het ’s avonds hard ging regenen waren Romar en ik bang dat we de volgende dag een modderpartij zouden aantreffen met de matatureis, dus besloten we om niet te gaan. Victor vertelde de volgende dag dat het niet had geregend op die weg, dus hebben we hals-over-kop toch besloten om wel te gaan. Op tijd vertrokken we naar het busstation. Victor wist nu wel welke matatu we moesten pakken die rechtstreeks naar Kanyongonyo rijdt en had geregeld dat we voorin mochten zitten. Daar zou het een stuk comfortabeler zijn en bovendien konden we mooi vooruit kijken en foto’s maken. Toen we aankwamen gingen we netjes voorin zitten en wachten. Na 2 uur wachten vertrok de matatu pas. Agh ja, we hadden in ieder geval een mooie plek. De chauffeur kwam me ook wel wat vriendelijker en rustiger over, dus dat beloofde een minder wilde rit. Gelukkig was dat het ook, maar het kan ook zijn dat ik de rit een beetje gewend was. We beloofden de man dat we vrijdag met hem terug zouden rijden, omdat hij zo’n goede chauffeur was.

Bij aankomst in Kanyongonyo gingen we zoals gewoonlijk bij de chapattivrouw weer eten. Tegen de avond vonden we het leuk om eens een stukje te gaan rennen. Het ging op zich goed, maar toen we later rustig terugliepen, was het zo benauwd, dat je haast geen lucht kreeg. Misschien kwam het ook wel doordat er regen en onweer in de lucht zat. ’s Avonds hadden we dan ook heerlijk genoten van alle weerlicht om ons heen en heb ik mooie foto’s kunnen schieten.

Dag 3 dammen bezoeken
Vanochtend hadden we met een boda boda rijder afgesproken om ons om 8 uur op te halen. Na 2 slopende uren wachten hebben we maar een andere genomen. Hij bracht ons naar dezelfde plek als vorige week, want daar moesten we de dammen weer gaan bezoeken. Daarna moesten we nog een stuk lopen. Hoewel we een beetje verkeerd liepen heb ik mooi genoten van de mooie omgeving.

Kangaatu
Ergens midden in het bos lag dan de dam Kangaatu. Toen we net bij de dam waren, hoorden we ineens een gezoem van jewelste. Ik wist niet wat ik moest doen en Victor zei: “BUKKEN!!” Er kwam namelijk een zwerm bijen over ons heen zetten, die op weg waren naar een nieuw nest. Spectaculair!
De dam was in aardig goede staat, afgezien van wat erosie bij de funderingen. De dam heeft ervoor gezorgd dat de loopafstand van 6 km is verkort naar minder dan een kilometer. In de put was het hele jaar water aanwezig. Dat is eigenlijk ook niet zo gek, want de hele omgeving was groen (wat duid op een hoge grondwaterstand).

Omdat het alweer bijna het heetst van de dag was, zijn we weer terug gegaan naar Kanyongonyo. We moesten nog een heel stuk lopen door de benauwde hitte. Bij Kanyongonyo aangekomen waren we dan ook doodop en voelde ik me wat ziek. We hebben daarom besloten om de volgende dag weer terug te gaan. We wilden eigenlijk met onze vriend de chauffeur terug rijden om 6:30 uur (omdat hij rond die tijd langskomt), maar Victor moest nog iets halen in de ochtend en dan konden we volgens hem de matatu van 9 uur pakken.

Terug naar Kitui
Nou vooruit dan maar, wij de volgende ochtend (donderdag) wachten om 9 uur, maar de matatu was in geen velden of wegen te bekennen. Pas om half 12 kwam er eentje langs. Romar kon voorin zitten bij de chauffeur, want daar was nog een plekje. Ik stapte achterin en helemaal voorin rechts (achter de chauffeur eigenlijk) was een plekje vrij. Gelukkig was ik al minder bang voor de rit en ging alles aardig goed. Toen we in Kwa Vonza een tijdje stil stonden om mensen uit te laten stappen, kwam er een matatu van de tegengestelde richting aanrijden. Ik dacht: “Hé, die ken ik van de heenreis!”. Dus ik mijn hoofd uit het raam en zwaaien. Op het laatste moment zag hij me zitten, riep “Hé!”, remde, reed weer achteruit (en dat met een volle matatu) en kwam ons begroeten met een hand door het raam. Echt super grappig! Hij vroeg natuurlijk waarom we alweer terug gingen. Maar we zien hem in ieder geval over ruim een week weer op maandag.


Nou dat was weer een heel verhaal. Ik maak ook een hoop mee en daar ben ik elke dag dankbaar voor, hoewel het soms best afzien is. Ik hoop in ieder geval zo mijn ervaringen op een duidelijke manier te kunnen delen.

Heel veel groetjes aan jullie allemaal!
Bram

  • 30 Maart 2014 - 15:30

    Oma Mia:

    Lieve Bram,

    ik vind dat je duidelijk uitlegt wat je allemaal beleefd. je laat je niet gauw gek maken en ik heb zo'n idee dat je af en toe behoorlijk ruikt. Andere land andere gewoontes. ga moedig voorwaarts en zorg dat je niet door een krokodil wordt gebeten.

    We genieten van je belevenissen..

    Groetjes van Oma Mia

  • 30 Maart 2014 - 20:29

    Margje:

    Lieve Bram,

    Weer een bijzonder verhaal. Zo maak je nog eens wat mee. Hoop dat je ook weer een beetje opgeknapt bent van het ziek zijn.
    Zoals je hebt kunnen zien, was oma vandaag hier en ze heeft heel je verhaal zitten lezen. Daar heeft ze erg van genoten.

    Bedankt voor je verhaal en de foto's.

    Liefs mama

  • 31 Maart 2014 - 08:33

    Sanne:

    Mooi verhaal weer Brambo!
    Leuk om te lezen.
    Geniet van je al je ervaringen en succes met alles

    kussie je zussie

  • 01 April 2014 - 09:47

    Noor:

    Hey Brammie!

    Zo leuk je vorige week weer even gesproken te hebben! Ik ben nu nog alleen toegekomen aan je korte verslag. We gaan zo met oma(ma) naar Sanne, dus het lange verslag moet ff wachten ;).

    Veel plezier en succes!!!

    Een dikke knuffel van Elior en een dikke kus van mij!!

  • 04 April 2014 - 16:59

    Irene:

    Hi Bram,

    Geweldig wat je allemaal mee maakt en dat je het met ons deelt.

    nog den fijne tijd.

    vrede en alle goeds

  • 17 April 2014 - 20:45

    Mamargje:

    Hè Bram,

    Je krijgt de groeten van heel veel mensen, WJD-ers, Shalommensen en vicaris Hans Pauw. Ik zag ze gisteren bij de Chrismaviering!
    Frater Aris
    Liefs mama

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bram

24 februari ga ik voor 4 maanden naar Kenia voor stage. Op deze weblog is te vinden wat ik in die tijd allemaal beleef.

Actief sinds 09 Feb. 2014
Verslag gelezen: 437
Totaal aantal bezoekers 9287

Voorgaande reizen:

24 Februari 2014 - 01 Juli 2014

Stage in Kenia

Landen bezocht: